/en/tr_nl-computer-basics/een-computer-gebruiksklaar-maken/content/
Een computer is meer dan alleen maar een huishoudelijk apparaat. De enorme hoeveelheid informatie en mogelijkheden kunnen overweldigend zijn. Maar u kunt veel bereiken met een computer en het gebruik ervan kan een goede ervaring zijn. Laten we aan de slag gaan met de computer.
Het voor de eerste keer inschakelen van een computer kan verschillen van computer tot computer. Hoe de computer ingeschakeld moet worden kan verschillen van computer tot computer. Het is helemaal niet erg om eventueel iemand om hulp te vragen.
Als u een desktopcomputer gebruikt, moet u ervoor zorgen dat het toetsenbord, de muis en de monitor zijn aangesloten op de computer voordat u doorgaat. Bekijk onze les over het instellen van een computer om te leren hoe u dit moet doen.
De allereerste stap is om de computer aan te zetten. Om dit te doen, zoekt en drukt u op de aan / uit-knop. Deze bevindt zich op elke computer op een andere plaats, maar heeft het universele pictogram van de aan / uit-knop (hieronder weergegeven).
Eenmaal ingeschakeld, heeft uw computer tijd nodig voordat hij klaar is voor gebruik. Mogelijk ziet u een paar verschillende weergaven over het scherm flitsen. Dit proces wordt opstarten genoemd en duurt ongeveer 15 seconden tot enkele minuten.
Nadat de computer is opgestart, is deze mogelijk klaar voor gebruik of moet u zich aanmelden. Dit betekent dat u uzelf moet identificeren door uw gebruikersnaam in te voeren of uw profiel te selecteren en vervolgens uw wachtwoord te typen. Als u nog nooit eerder op uw computer bent ingelogd, moet u mogelijk een account maken.
Men communiceert voornamelijk met een computer door het toetsenbord en de muis te gebruiken, of een trackpad op laptops. Het leren gebruiken van deze apparaten is essentieel voor het leren gebruiken van een computer. De meeste mensen vinden het prettig om het toetsenbord direct voor zich op het bureau te plaatsen en de muis aan één kant van het toetsenbord.
De muis bestuurt de aanwijzer op het scherm. Telkens wanneer u de muis over het bureaublad beweegt, beweegt de aanwijzer op dezelfde manier. Een muis heeft meestal twee knoppen, die de linkerknop en de rechterknop worden genoemd. U zult vaak met de computer communiceren door met de muisaanwijzer over het computerscherm te bewegen en vervolgens op een van de knoppen te klikken.
Op laptops kunt u het trackpad gebruiken dat zich onder het toetsenbord bevindt in plaats van een muis. Sleep eenvoudigweg uw vinger over het trackpad om de aanwijzer op het scherm te verplaatsen. Om te klikken drukt u vervolgens op een van de twee knoppen die zich meestal direct onder het trackpad bevinden. Sommige trackpads hebben geen knoppen, dus dient u op het trackpad te drukken om te klikken.
Met het toetsenbord kunt u letters, cijfers en woorden in de computer typen. Telkens wanneer u een knipperende verticale lijn ziet, de cursor genaamd, kunt u beginnen met typen.
Merk op dat de muisaanwijzer ook een cursor wordt genoemd, maar deze is anders gevormd. De toetsenbordcursor wordt ook wel het invoegpunt genoemd.
Het hoofdscherm waaruit u start, wordt het bureaublad genoemd. Dit is een soort hoofdmenu of een inhoudsopgave. Vanaf hier heeft u toegang tot de programma's en functies die u nodig hebt om uw computer te gebruiken.
Pictogrammen worden gebruikt om de verschillende bestanden, toepassingen en opdrachten op uw computer weer te geven. Een pictogram is een kleine afbeelding die bedoeld is om u in een oogopslag te laten zien, wat er op uw computer staat. Als u dubbelklikt op een pictogram op het bureaublad, wordt die toepassing of dat bestand geopend.
Een knop vertegenwoordigt een opdracht die een specifieke functie binnen een toepassing uitvoert. De meest gebruikte opdrachten in een programma worden weergegeven met knoppen.
Menu's zijn georganiseerde verzamelingen van opdrachten en snelkoppelingen. Klik op een menu om het te openen en de opdrachten en snelkoppelingen erin weer te geven. Klik vervolgens op een item in het menu om het uit te voeren.
Wanneer u een toepassing of map opent, wordt deze in een eigen venster weergegeven. Een venster is een ingesloten gebied, zoals een afbeelding binnen een afbeelding, met eigen menu's en knoppen die specifiek zijn voor dat programma. U kunt meerdere vensters op het bureaublad opnieuw rangschikken en ertussen schakelen.
OK, dus dit zijn slechts de basisprincipes van het gebruik van een computer. In de volgende les zullen we het hebben over het gebruik van het specifieke besturingssysteem van uw computer.
/en/tr_nl-computer-basics/het-besturingssysteem-leren-kennen/content/
